Ski-jacks moeten aan een aantal kenmerken voldoen. Voordat je tot aankoop overgaat is het goed om na te gaan of het ski-jack over alle technische functies beschikt die je nodig hebt.
Ski-jacks worden immers gedragen in de meest veeleisende omgevingen en omstandigheden en het zou vervelend zijn wanneer je in een sneeuwstorm wordt geconfronteerd met bepaalde tekortkomingen.
Kenmerken waar hoogwaardige ski-jacks aan moeten voldoen
1. Een waterdichte, ademende stof
Ski-jacks moeten zijn gemaakt van een stof die bestand is tegen sneeuw en regen, maar je zweet laat ontsnappen.
Gore-Tex is in dit opzicht nog steeds de marktleider: een membraan met meer dan 1,4 miljard poriën per vierkante centimeter, dat is ingeklemd tussen een buitenste en binnenste laag stof.
Gore-Tex is niet essentieel – er is een groeiend aantal waterdichte en ademende membranen beschikbaar, die bijna even goed werken.
Let op dat de stof waterdicht is tot 16,000 – 20,000mm met een ademend vermogen van 10,000 – 15,000 gram.
2. Naden moeten getapet zijn
Ski-jacks, waarvan de naden niet getapet zijn, zullen niet waterdicht zijn. Waarom niet? Omdat de stiksels in een naad dwars door het waterdichte membraan gaan biedt dit water de perfecte plaats om door te dringen.
Op de foto zie je de getapete naden van het topmodel van Peak Performance, het Heli Alpine jack.
Een ander zwak punt is de rits aan de voorkant, die vocht doorlaat. Een flap met klittenband biedt hiervoor de beste bescherming.
3. Een hoge kraag
Wanneer je met temperaturen onder nul in een winderige stoeltjeslift zit is het prettig wanneer de kraag van je ski-jack hoger sluit. De hoge kraag kun je over je kin, lippen en zelfs het puntje van je neus sluiten, zodat de wind hier geen vat op krijgt.
Als je te maken krijgt met extreme kou is het waarschijnlijk verstandig te investeren in een neopreen gezichtsmasker, maar het is sowieso geweldig om extra bescherming te hebben van een goed ski-jack.
Als het jack een capuchon heeft is het belangrijk om de treksluitingen van de kraag apart aan te kunnen trekken. Anders wekt de capuchon als een trechter, die de windstoten rond je nek kanaliseert.
4. Een capuchon die over je helm past
Alle verstandige skiërs dragen tegenwoordig een helm en alle verstandige fabrikanten van ski-jacks maken jassen die passen over de bovenkant van skihelmen. Zo niet, wat is het punt?
De meeste skiërs dragen echter nooit een capuchon, terwijl ze skiën – omdat het ze in hun bewegingen en zicht beperkt, maar in de stoeltjeslift kan een capuchon erg aangenaam zijn.
5. Extra lange mouwen en/of sneeuwmanchetten
Je wilt niet dat de sneeuw in je mouwen komt, en er zijn twee manieren die kunnen helpen om het probleem te voorkomen. Het eerste is als de mouwen extra lang zijn (bijvoorbeeld dat de mouwen tot aan je knokkels komen).
De tweede is door rekbare binnenmanchetten die over je duim haken. Niet alleen voorkom je op deze manier dat de sneeuw in je mouwen komt, ze voorkomen ook dat je mouwen omhoog schuiven.
6. Ventilatieritsen onder de oksel
Je bent ’s winters op een berg. Er ligt een dikke laag sneeuw op de grond. Je moet oppassen dat je niet oververhit raakt.
Maar het gebeurt skiërs de hele tijd. Of je nou hard skiet of buiten de piste wandelt, of gewoon op zonnige lentedag, je zult vaak merken dat je erg warm begint te krijgen. Dan kan een opening onder je armen helpen (dat geldt trouwens ook voor een dubbele rits aan de voorkant van het jack).
7. Een zakje voor de skipas op je linkermouw
De meeste skipassen zijn tegenwoordig elektronisch en in de Alpen worden de meeste daarvan bestuurd door sensoren aan de linkerzijde van de toegangspoorten naar de liften.
Dus is het handig om je skipas op te bergen in een zakje op je linkermouw. Op je onderarm, net boven de pols, is de meest ideale plaats (zodat je met de arm rond de sensor kunt zwaaien), hoewel sommige op de bovenarm zitten.
8. Een binnenzak voor je telefoon
Sneeuw is sluw: het zal zijn weg vinden door de kleinste openingen. Als je na een dag in de sneeuw in je zakken voelt – zelfs als de ritsen van je zakken maar een klein beetje open hebben gestaan – zal de binnenkant drijfnat aanvoelen wanneer je terug naar je chalet gaat.
Dit is slecht voor mobiele telefoons – en de enige veilige plek is in een binnenzak. Die moet aan de binnenkant van het waterdichte/ademende membraan van het jack zitten, met een ritssluiting om het toestel op zijn plaats te houden.
9. Een sneeuwvanger
Een sneeuwvanger – die je vastmaakt over je heupen, onder het jack – voorkomt dat er sneeuw onder je jack komt en zo de rest van je kleding nat wordt. Je zult bijzonder dankbaar zijn als je in een dikke laag sneeuw valt.
Bij de duurdere ski-jacks is de sneeuwvanger uitneembaar, omdat de extra stof je in de weg zit wanneer je in het jack een stukje gaat wandelen of fietsen.
10. Kies een kleur waarin je je prettig voelt
De felle kleuren die de skimode in de laatste jaren hebben gedomineerd zien er fantastisch uit op de piste. Maar als je in de kroeg komt om een biertje te pakken voel je je in zo’n felle kleur mogelijk belachelijk. Als je veel skiet en het jack alleen op de piste draagt is dat geen probleem.
Maar veel mensen zijn op zoek naar een kledingstuk dat ze ook kunnen dragen als ze gaan wandelen, mountainbiken of in de regen gaan winkelen. In dat geval is een donkere kleur het overwegen waard …
We hopen dat je met bovenstaande informatie de juiste keuze kunt maken bij de aankoop van een ski-jack.